Notaris J. L. Kikkert (1810-1878) was als notaris de enige Texelaar die bij de stichting van Eierland aandelen kocht. Begaan met schipbreukelingen streed hij volhardend voor een vuurtoren. Hij ontstak op 1-11-1864 het licht: “Het geruis der koepel om de lamp werd één met het geruis der golven naar het strand.”, schreef hij. De hoofdstraat van het dorp heet naar deze Ei- en Eierlander.
Het was op die dag dat zes sjouwermannen uit Harlingen vuurseinen in het westen zagen en – denkend aan een schip in nood – gehaast in een roeiboot sprongen om hulp te bieden. Na uren roeien, zonder de lichtseinen dichterbij te zien komen, stuitten ze op een Makkumse schelpenvisser, die nieuwsgierig vroeg wat ze nog zo laat op zee deden.
Bouke zei: “We varen op die noodvuren af.”
De visser barstte in lachen uit.
“Waarom lach je zo?” vroeg Tjeerd verbouwereerd.
“Omdat je dat noodvuren noemt.”
“Zijn dat dan geen noodvuren?” vroeg Tjeerd.
“Welnee, joh!”, lachte de schelpenvisser, “Dat is de vuurtoren van Eierland, die vanavond voor het eerst brandt”.