Ter voorbereiding van de verkaveling van de polder Eierland gingen rond 1835 initiatiefnemer Nicolas Joseph De Cock en de Groninger herenboer Geert Reijnders naar Zeeland om te kijken hoe daar de landverkaveling werd toegepast. Met hun inzichten werd Hoeve Zeeland door de Sociëteit van Eierland in 1836 gesticht op 210 hectare land.

Na de inpoldering werden de boerderijen in de polder meestal geheel opgetrokken in hout. In 1839 vertrok de eerste zetboer Johannes Michielsz van hoeve Sint Annaland naar hoeve Ruimzicht, ook aan de Hoofdweg. In 1842 kwam zetboer Cornelis Geense met zijn vrouw Trijntje Schaap op de hoeve die inmiddels Zeeland heette. Deze naam werd pas aangeduid vanaf 1846.

Vanaf 1860 werd Florent van Wageningen particulier eigenaar. In 1910 werd de graanschuur herbouwd en een jaar later het woonhuis van Zeeland. Eigenaar was F. van Hoeven uit Zeeland. Zetboer Geense had na 1921 de hengst Polo gestationeerd op hoeve Zeeland voor de Hengsten Associatie Eijerland waarvan Jacobus van Leeuwen de leiding had.

In 1940 verkocht Cornelis Geense, inmiddels eigenaar, hoeve Zeeland aan Bertels Olie Fabrieken te Amsterdam. Zetboer werd Hendrik Broekman. Tijdens de Russenoorlog in voorjaar 1945 verbrandde de boerderij maar het woonhuis bleef gespaard.
De oliefabriek verkocht de hoeve aan Industrie Maatschappij J. van Vollenhoven te Amersfoort. In 1972 verwisselde Zeeland weer van eigenaar; nu naar Het Fonds tot den Predikdienst der Verenigde Doopsgezinde Gemeenten te Heemstede. De zoon van Broekman werd opvolger en diens zoon Henk Broekman en familie zijn anno 2016 nog steeds bewoners.

Share This