Van 1840 tot 1952 was Hoeve Dordrecht aan de Zanddijk een huurplaats. Een van de eerst bekende bewoners van de hoeve was Dirk Pietersz List, van wie bekend was dat hij geen vee had. De toen nog naamloze boerderij werd toebedeeld aan Combinatie E, en na veel splitsingen bleef de familie Blussé te Dordrecht over. Vandaar de naam.
Eigenaar werd mr. Willem A. ‘t Hooft, president van de rechtbank te Alkmaar en na Dirk List kwamen eveneens bouwman Cornelis Maartensz Witte en Cornelia Jacobs Spee met hun zoons Maarten en Jan op de hoeve wonen.
Rond 1890 werd Hoeve Dordrecht te huur aangeboden door makelaar H. Flens uit de Weverstraat 99 in Den Burg, naast de huidige apotheek. Tot 1891 waren de bewoners van hoeve Dordrecht Jan Cornelisz Witte en zijn gezin, die later naar Princenhage Zanddijk 334 verhuisden.
Er werd dat jaar een openbare verkoop van de inboedel te Dordrecht gehouden door makelaar Hendrik Thijsz Flens. Van eigenaar wisselden onder meer twee paarden, tien kalfvaarzen, 12 schetters, 40 schapen en vier varkens.
Daarop kwam de hoeve weer te huur. Van 1891 tot 1902 waren de bewoners Lammert Tijsz Bakker, die vanaf Diek 29 kwam als weduwnaar met zes kinderen. Drie zoons werkten op het bedrijf, een dochter deed de huishouding.
In 1902 kwamen als bewoners van hoeve Dordrecht de gebroeders Leen en Jacob Wetsteen, afkomstig van hoeve Sumatra, even verderop aan de Zanddijk. Van hoeve Dordrecht ging Lammert Tijsz Bakker met zijn gezin naar de Alexanderhoeve in ‘De Prins’.
In 1914 viel hoeve Dordrecht wegens een sterfgeval in drie delen uiteen:
A) 18 Hectare werd verkocht aan Cornelis Martinus Verheul (Rozenburg) voor 11.400 gulden (ruim 5.000 euro). Hierop is Slufterweg 200 gebouwd: Princenhage.
B).Een deel kwam toe aan E. E. Stoel c.s. één der consorten was J. Muis, die in 1915 overleed. Het land werd opnieuw verkocht, nu voor 6.675 gulden (ruim 3.000 euro) aan Elias Evert Stoel alleen. Hierop werd Slufterweg 203 (De Heerlijkheid) gebouwd.
C) 31 ha werd verkocht voor 16.800 gulden (ruim 7.500 euro) aan Hendrik Thijsz Flens te Weverstraat 99, Den Burg. Uit zijn nalatenschap kreeg Anna Flens de boerderij en het ouderlijk huis.
In juni 1915 stond de hofstede Dordrecht te koop met 21 hectare plus 11 hectare in eigendom van H. Flens te Den Burg. Huurders waren de gebroeders Wetsteen. In 1920 verhuisden van hoeve Dordrecht Leendert Kleisz Wetsteen naar Princenhage, Zanddijk 334.
In 1931 werd vermeld dat Jacob Kleisz Wetsteen op Dordrecht 39 hectare weiland gebruikte en tbc-vrij rundvee had. Verder liepen er 70 schapen, 14 ooilammeren en twee rammen.
De boerderij kreeg landelijke bekendheid nadat in 1935 de speelfilm ‘Jonge Harten’ werd opgenomen bij hoeve Dordrecht en in de Slufter. De brand even verderop van ‘Sir Robert Peel’ aan de Postweg werd bij toeval gefilmd door de filmploeg. Een windhoos rukte in 1936 de schoorsteen van het dak van Dordrecht. Het nieuwe rieten dak kreeg gaten en het kippenhok werd uit elkaar geslagen.
In 1940 vertrok Jacob Wetsteen met zijn vrouw van Dordrecht naar Den Burg. Tijdens de Russenoorlog in april 1945 moest broer Leendert met zijn vrouw van Princenhage in verband met brand vluchten naar Dordrecht. Tussen de boerderij en het Sluftercafé waren al vanaf het begin van de oorlog circa 250 Duitsers gestationeerd. Voor hen werd in Dordrecht gekookt.
Vanaf 1943 was op Texel een bataljon Noord-Kaukasiërs en vanaf januari 1945 het 822ste bataljon Georgiërs. Pachter Jaap Witte wilde niet vertrekken van de boerderij. Hij werd door de Duitsers beschuldigd van verraad en gedreigd met doodschieten. Uiteindelijk is hij de oorlog toch nog goed doorgekomen.
In 1952 verkocht Anna Hendriks-Flens hoeve Dordrecht aan de pachter Jaap Witte Czn. Deze had een gemengd bedrijf en verhuurde ook land voor pootaardappelen. Twee nog uit de oorlog stammende Wehrmacht-schuren werden intensief gebruikt als bewaarplaats voor de pootaardappelen.
Nadat ‘Jaap van Dord’ in 1980 overleed was zoon Kees Piet al enige jaren in het bedrijf en nam het over. Hij stichtte een gezin met een dochter van ook een Witte, namelijk van de Voorzorg in Waalenburg. Het gezin werd uitgebreid geportretteerd in het Jubileumboek over de polder toen die 175 jaar bestond in 2010.