Eijerland was ooit de zuidpunt van Vlieland, door het Anegat van Texel gescheiden ongeveer waar nu De Slufter is. In de 13e eeuw groeven stormvloeden het Eierlandse gat. Eierland raakte zo los en werd een apart eiland. Die status aparte eindigde in 1629 toen er een dijk van opgestoven strandzand kwam. Eierland werd verbonden met Texel en ging een belangrijke rol spelen.
Het Eierlandsche Huis werd in de 17e eeuw gebouwd als poststation voor schepen op de rede van Vlieland, bergplaats voor strandgoed en toevluchtsoord voor schipbreukelingen. De pachter, kastelein geheten, was verantwoordelijk. Hij kwam mede aan de kost door het rapen en verkopen van eieren.
Pieter van Cuyck schreef in 1789 Brieven over Texel: “De Kastelein heeft 6 of 7 menschen in zijnen dienst, alleen om eyeren te vergaren. Hij pleegt er 30.000 naar Amsterdam te zenden, ten dienste van de koekebakkers. Een ongelooflijk getal van bergeenden pleegt hier te broeden, maar sedert enige tijd zijn zij niet meer zo overvloedig omdat de Kastelein meer voordeel vindt in het aanfokken van konijnen.”