Lang werden de zeehonden in de Waddenzee bejaagd omdat ze als concurrent van de visser werden gezien. In de jaren dertig betaalde de overheid zelfs vier gulden premie per linker poot . Er is sinds die tijd veel veranderd. Vanaf het strand kun je 200 meter verderop zeehonden zien zwemmen en luieren. In 1937 ontstond het ‘kamphuis’ de Robbenjager.
Van 1200 tot 1400 behoorden walvistong en robbenspek (zeehondenspek) tot de lekkernijen in de kustgebieden van Nederland. Op kaarten van 1830 en 1865 komen de namen Robben Sand en Robben Bol voor. Dit duidt op de verblijfplaats van veel zeehonden en de Robben Bol was de huidige Vliehors.
Vanaf 1900 werd er gejaagd op zeehonden en de toerist werd uitgenodigd mee te gaan op de TX1 om zeehonden te schieten bij het eilandje Griend en de Vliehors. De populatie zeehonden verminderde de hoeveelheid vis in het Waddengebied en vormde een bedreiging voor de inkomsten van de vissers.
Het jagen was vrij en er is vermelding dat C. Boon Czn acht zeehonden schoot op één dag. Daarvoor kreeg hij het grote bedrag van 24 gulden (11 euro) omdat bij inlevering bij de havenmeester de overheid drie gulden voor een linker poot betaalde.
In sommige jaren werd er geen premie gegeven maar bij een grote robbenpopulatie in 1930 werd zelfs vier gulden per linker poot uitgekeerd. In die jaren kwam de Duitser Alex Meijer wonen in een huisje op de dijk te bereiken vanaf de Vuurtorenweg en zijn geheimzinnige verdrinkingsdood wordt herhaaldelijk aangehaald in de historie van de polder.
In juni 1937 nam M. Boon Pzn het initiatief om een ‘kamphuis’ voor toeristen te stichten en noemde dat de Robbenjager. Er kwam ruimte voor 60 bedden en het logies was 50 cent per nacht. Vol pension kostte twee gulden. Er waren destijds drie kamphuizen op Texel. Naast de Robbenjager was er het bij de Koog gelegen Bosch en Zee en verderop De Pelikaan, waarnaar de Pelikaanweg werd genoemd.
De Opstand der Georgiërs was de oorzaak van een zwaar beschadigde Robbenjager en Boon opende een nieuwe Robbenjager in juli 1947 met nu 70 bedden. In de jaren erna ontstond een camping rond het kamphuis. De drie zoons van Boon kwamen met hun moeder in het bedrijf totdat P. Boon Mzn het overnam.
De camping breidde uit in 1964. Pas in 1973 kreeg het weggetje voor het kampeerbedrijf de naam Vuurtorenweg. In dat jaar en de jaren erna waren er overstromingen achter De Robbenjager. Men sprak van natuurontwikkeling en verdwijning van de Robbenjager ter plaatse. Jaap Groen werd beheerder op het terrein van zijn schoonvader en wist rond 2000 een combinatie van natuurbeheer en het in standhouden van zijn camping te bewerkstelligen.