Bethel is het buurtgebouw van Zuid-Eierland. In de oorlog is het oorspronkelijke gebouw door een bom verwoest. Het was ooit een Duitse barak in de duinen bij Den Hoorn en is naar Zuid-Eierland verplaatst. Sindsdien gebeurt er van alles, onder andere een jongensclub, meisjesclub, catechisatie, vrouwenvereniging, toneelclub, bibliotheek, jeugdgespreksgroep, toneeluitvoeringen, Sinterklaasintocht, klaverjassen, bazar en recepties.
Al in 1860 ging er een verzoekschrift ondertekend door diverse gemeenteleden naar de kerkvoogden om het plan de kerk te vergroten niet uit voeren, maar in plaats daarvan in Zuid-Eijerland een tweede kerkgebouw te laten bouwen. Pas ruim 50 jaar later was het zover. In november 1912 werd het oude schoolgebouw onttrokken aan de openbare dienst en verkocht, inclusief de inventaris. Deze bracht 2.000 gulden op.
In het proces-verbaal van veiling in 1913 verkreeg de NH-kerk van de Hervormde Gemeente Eierland het voormalige schoolgebouw met onderwijzerswoning in Zuid-Eierland. De aanbouw van de oude school behield de NH-kerk en gebruikte die voor haar activiteiten in de polder.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wierpen de geallieerden regelmatig bommen af op doelen van de vijand. De grote hangar op vliegveld de Vlijt aan de overkant van de weg waar de school stond, was ook een doelwit. Bij een afworp van vier bommen in mei 1940 viel één bom precies op het gebouwtje van de kerk. Ter compensatie werd na de oorlog een van de houten barakken die de Duitsers in de duinen bij Den Hoorn hadden staan, verplaatst naar Zuid-Eierland. Die kwam op land van hoeve Gend naast de overgebleven gebouwen.
Jarenlang heeft Bethel, in de buurt beter bekend als ’Het Gebouwtje’, dienst gedaan voor kerkenwerk en buurtwerk. De jongensclub, meisjesclub, catechisatie, vrouwenvereniging, toneelclub, bibliotheek, jeugdgespreksgroep (vanaf 1968); bijna dagelijks was er iets te doen in ’Het Gebouwtje’. Met als jaarlijkse hoogtepunten de toneeluitvoeringen (ook van de jongens- en meisjesclub), de Sinterklaasintocht (van de lagere school) en de bazar. Ook waren er recepties.
Na de oorlog hadden er drukbezochte kerkdiensten plaats. Het was eenvoudiger de eigen predikant naar Zuid-Eierland te laten komen dan dat het kerkvolk naar De Cocksdorp kwam. In 1952 kwam er een einde aan de kerkdiensten van de NH-kerk in Bethel. De kerk huurde aanvankelijk iedere zondagmorgen een bus van busonderneming TESO, maar al spoedig volgde er een overeenkomst tussen TESO en de kerk dat bij uitzondering een andere instantie een bus mocht exploiteren naast de monopolist TESO. Een touringcar van TESO werd overgenomen en beheerd en bestuurd door de heer J. Th. van Bennekom, tevens beheerder van Bethel.
Na de Watersnoodramp van februari 1953 organiseerde de jongensclub onder leiding van W. van Sijp een bonte avond ten bate van het Rampenfonds. De vele activiteiten eisten wat meer comfort waardoor er in 1955 een keuken in de kapel Bethel aan de ’s Hertogenboschweg bij kwam. In 1989 kreeg Bethel aandacht in het toen verschenen boekje ‘Opgetekend en niets gelogen’.
Tegen de eeuwwisseling liepen de activiteiten terug en waren de onderhoudskosten voor de kerk te hoog. De buurt bedacht een reddingsplan en onder leiding van H. Gieze werd het houten gebouw opgetrokken in steen en de toren in koper. De krant kopte: ‘Bethel glorieert als nooit tevoren.’ De opening van Bethel door oud-koster en toneelspeler C. Mechielsen, inmiddels wonend te Groningen, was een groot succes.